Taal: Zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Goedemiddag!

Ga zitten en leg op tafel: etui en laptop.

Log vast in in Lesson Up. De code staat onderaan op het bord.

Taal (periode 2)

Zinsdelen:

-persoonsvorm

-onderwerp

-werkwoordelijk gezegde

-lijdend voorwerp

-meewerkend voorwerp

-bijwoordelijke bepaling

Zin in zinsdelen verdelen.

😒🙁😐🙂😃

De persoonsvorm.

😒🙁😐🙂😃

Het onderwerp.

😒🙁😐🙂😃

Het lijdend voorwerp.

😒🙁😐🙂😃

Het meewerkend voorwerp.

😒🙁😐🙂😃

De bijwoordelijke bepaling.

😒🙁😐🙂😃

Leerdoelen

Je kunt aan het eind van de les uitleggen:

-Wat de persoonsvorm is en hoe je in een zin kunt vinden.

-Wat het onderwerp is en hoe je deze in en een zin kunt vinden.

Wat is de persoonsvorm in:

De vissen zwemmen rondjes in de kom.

Wat is de persoonsvorm in:
Heb jij aan je leesboek gedacht?

Wat is de persoonsvorm in:
Wat ga jij morgen doen?

Wat is het onderwerp in:

De vissen zwemmen rondjes in de kom.

Wat is het onderwerp in:
Wat ga jij morgen doen?

Wat is het onderwerp in:
De hongerige wolven eten
het arme schaap.

Alles goed (laptop dicht):

Maak in je Taalboekje:

-Oefening 1> zinnen 1 t/m 5

-Oefening 2> zinnen 1 t/m 5

-Oefening 4> zinnen 1 t/m 5

-Nakijken oefeningen.

-NUMO

1. Persoonsvorm (pv)

Is altijd een werkwoord. Je vindt de persoonsvorm als volgt:

-Maak de zin vragend> dan komt de pv vooraan te staan.

De hond blaft hard - Blaft de hond hard?

Let op als er al een vraagzin staat! Wat doe je?

-Verander de zin van tijd: de pv verandert dan ook.

Ik ben (vandaag) blij - Ik was (gisteren) blij. pv= ben (1e zin)

Wat is de persoonsvorm in:
In het bos grazen de herten bij zonsondergang.

Wat is de persoonsvorm in:
Hij heeft het licht uitgedaan.

Wat is de persoonsvorm in:
Wanneer gaan we naar de stad?

Hoe gaat het vinden van de pv nu?

😒🙁😐🙂😃

2. het onderwerp

Het onderwerp in een zin is iemand of iets die handelt (=pv).

Zo vind je het onderwerp:

1. Vind de persoonsvorm.

2. Stel de vraag wie/ wat + persoonsvorm? Het antwoord is het onderwerp van de zin.

In het bos grazen de herten bij zonsondergang.

Wat is het onderwerp in:

Dit weekend werd Max wereldkampioen.

Wat is het onderwerp in:

De jonge, blozende leerlingen zongen een liedje.

Wat is het onderwerp in:

In het winkelcentrum staan veel winkels leeg.

Hoe gaat het vinden van het onderwerp nu?

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag

Maak in je Taalboekje:

-Oefening 1> zinnen 1 t/m 5

-Oefening 2> zinnen 1 t/m 5

-Oefening 4> zinnen 1 t/m 5

-Nakijken oefeningen.

-NUMO

(Nog lastig? Samen met mij verder oefenen)

Exit-ticket

Vul dit in: laat zien hoe het gaat.

Huiswerk (na de vakantie)

Maak in je Taalboekje:

-Oefening 1> zinnen 1 t/m 10

-Oefening 2> zinnen 1 t/m 10

-Oefening 4> zinnen 1 t/m 10

Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin? Ik maak er een vraagzin van, dan komt de pv vooraan te staan. Of ik verander de zin van tijd, de pv verandert dan ook.

Onderstreep de persoonsvorm:

-De kerstboom is omgevallen.

-Door de hele school hangen kerstballen.

-In de kerstvakantie ga ik veel lezen.

Hoe vind ik het onderwerp in een zin? wie/ wat + persoonvorm?

Omcirkel het onderwerp:

-De kerstboom is omgevallen.

-Door de hele school hangen kerstballen.

-In de kerstvakantie ga ik veel lezen.